Streep door gemeentelijke voorzieningen minima: hard en kortzichtig

Met ingang van 1 januari 2012 heeft het kabinet een nieuwe grens gesteld voor het armoedebeleid. Iedereen met een inkomen hoger dan 110 procent van het sociaal minimum komt niet meer in aanmerking voor aanvullende gemeentelijke voorzieningen. Staatssecretaris De Krom denkt dat meer mensen aan het werk gaan als ze geen aanspraak meer kunnen maken op deze voorzieningen. Inmiddels zijn in veel gemeenten de stadspassen al gesneuveld. De CG-Raad vindt de maatregel hard en kortzichtig. Het gaat om gemeentelijke voorzieningen zoals stadspassen, sportregelingen, collectieve ziektekostenverzekeringen, kwijtschelding van gemeentebelastingen, langdurigheidstoeslag, pc-regelingen, tegemoetkomingen in school- of participatiekosten en kwijtschelding van contributie voor sportclubs. Voorheen lag de landelijke grens voor dit gemeentelijke armoedebeleid op 130 procent van het sociaal minimum. Naar schatting raken tienduizenden huishoudens hun recht op aanvullende gemeentelijke voorzieningen kwijt of zijn ze deze al kwijtgeraakt.


Stapeling
Inmiddels merken ook chronisch zieken en mensen met een beperking die een inkomen hebben tussen de 110 en 130 procent van het sociaal minimum, het effect van de maatregel. Dat is zorgelijk, vindt de CG-Raad, want deze groep mensen is de afgelopen jaren al onevenredig hard getroffen door de stapeling van bezuinigingsmaatregelen van dit kabinet. De koopkracht van deze groep mensen is meer dan gemiddeld achteruit gegaan.


Hard en kortzichtig
De CG-Raad vindt het nieuwe armoedebeleid hard en kortzichtig. Kortzichtig, omdat heel veel mensen geen reële mogelijkheid hebben om een baan te vinden. De werkloosheid loopt op en er zijn grote groepen waarvoor het perspectief op werk vrijwel ontbreekt, met name voor arbeidsgehandicapten en ouderen. Het beleid is hard, omdat hierdoor in Nederland een groep mensen ontstaat die op papier boven de armoedegrens zitten, maar in de praktijk ver onder het bestaansminimum terecht komen. Zij worden op veel terreinen hard uitgesloten van deelname aan de samenleving.

Bron: CG Raad